Even voorstellen

Ik ben Sharan, 32 jaar jong en sinds december 2021 met veel plezier werkzaam voor Joinuz als Wmo Consulent. In 2017 heb ik het roer omgegooid en ben ik vanuit de bankenwereld het Sociaal Domein gaan verkennen. Eerst bij een zorgaanbieder, later als gedetacheerde bij onder andere de gemeente Rotterdam, Stichtse Vecht en Amsterdam. Het meest interessante vind ik om me binnen mijn werk te richten op cliënten met (ernstige) psychiatrie en/of verslaving. Momenteel werk ik via Joinuz bij de gemeente Amsterdam binnen het sociaal wijkteam van Weesp. Inwoners met diverse achtergronden kunnen zich hier melden met uiteenlopende vraagstukken: van begeleiding en dagbesteding tot het vinden van een maatje of het op orde krijgen van de administratie.

Gemeenteland: balanceren in spanningsvelden

Het leuke aan detachering is dat ik in de afgelopen drie jaar veel geleerd en gezien heb: diverse opdrachtgevers die ieder op hun eigen manier de kaderwet Wmo invullen. In gemeenteland balanceer je continu binnen een spanningsveld waarbij niet alleen de belangen van de cliënt meewegen, maar ook politieke belangen en die van de ketenpartners, flexibiliteit is daarom zeer gewenst. De laatste jaren zijn hier nog andere factoren bijgekomen, waaronder de personeelstekorten en wachtlijsten bij zorgaanbieders, woningtekorten en de focus van gemeenten op de eigen kracht van de cliënt zoals beschreven in de Wmo wetgeving van 2015. Ik durf te wedden dat alle collega’s die werkzaam zijn in het sociaal domein dit herkennen.

De ingrediënten voor een goede Wmo Consulent

Mijn droom was, toen ik begon met detachering binnen de Wmo, om mensen écht te helpen. Na heel wat vlieguren ben ik erachter dat hier naast toewijding en de bereidheid om hard te werken een aantal ingrediënten voor nodig zijn.

Allereerst, is het natuurlijk belangrijk dat iemand zelf écht wil. Hulpverleners zetten zich vaak met hart en ziel in voor hun cliënt maar komen toch soms moeilijk vooruit, omdat deze vast blijft zitten in destructieve patronen. Maar ook voor cliënten die wel bereid zijn om stappen te maken en te groeien kan het sociaal domein frustrerend zijn.

Zo had ik ooit een jongeman (laten we hem voor het gemak Bas noemen) die ik sprak voor een aanmelding beschermd wonen in Amsterdam. Tijdens het intakegesprek kwamen we erachter dat we veel met elkaar gemeen hebben: beide zijn we geadopteerd en kampen we met bijbehorende vraagstukken. Echter, waar ik een goede basis vanuit huis heb meegekregen miste Bas deze. Door omstandigheden was hij dakloos geraakt en bovendien ook nog eens verslaafd, zonder een sociaal netwerk om op terug te vallen. Het gevolg voor hem was, dat hij schulden had, geen werk of opleiding en bovendien niet wist waar hij de nacht zou doorbrengen. Bas wilde wel, maar omdat hij geen woning had, lukte het hem niet om te werken aan zijn problemen. Voor hem voelde de situatie waarin hij zat al jarenlang uitzichtloos en dit had een behoorlijke impact op zijn mentale gemoedstoestand. Je kunt je voorstellen dat dit dossier mij persoonlijk aan het hart ging en ik Bas het liefst een woning had gegeven. Het probleem in Amsterdam en andere gemeentes (zoals bij velen bekend), is dat woningen zeer schaars zijn. Bovendien had ik te maken met wetgeving: voor wie is het beschermd wonen bedoeld en valt Bas onder deze doelgroep? In mijn achterhoofd wist ik dat dit laatste eigenlijk niet zo was, want ondanks de problemen die Bas had kon hij zelfstandig wonen zonder een al te groot risico op decompensatie. Een van de belangrijkste vragen van Bas had betrekking op wonen (woonvraag).

Denken in oplossingen, lef en geduld

Bij het maken van de afwegingen komt het tweede ingrediënt om de hoek kijken, namelijk het vermogen om te denken in oplossingen. Na veelvuldig casuïstiekoverleg met mijn collega’s heb ik moeten concluderen dat Bas niet in aanmerking kwam voor een beschikking beschermd wonen. Als Wmo consulent weet je, dat ook al had je het liever anders gezien, je soms ‘’nee’’ moet verkopen aan je cliënt. De kunst daarbij is, om te blijven focussen op wat wel er mogelijk is.

Uiteindelijk heb ik Bas met behulp van de adviezen van mijn collega’s kunnen plaatsen op de wachtlijst voor de maatschappelijke opvang. Het woordje ‘’wachtlijst’’ verraad eigenlijk het derde ingrediënt: er is een flinke dosis geduld nodig binnen het Sociaal Domein, dit geldt voor zowel de Wmo consulent als de cliënt. Wachtlijsten voor begeleiding maar ook voor bijvoorbeeld huishoudelijk hulp, kunnen oplopen tot maanden of zelfs jaren. Een boodschap die je niet makkelijk verkoopt aan een cliënt. Zoals benoemd, heb je als Wmo consulent te maken met verschillende factoren die niet altijd helpend zijn. Lef is daarom een noodzakelijk ingrediënt: durf te vragen, durf de samenwerking op te zoeken met zowel je collega’s als de zorgaanbieders en durf je mening te geven, dit kan echt het verschil maken.

Geen garanties voor succes

Voor mij was het dossier van Bas een belangrijke les: het hebben van alle ingrediënten biedt helaas geen garantie voor succes, want (ook) binnen het Sociaal Domein geldt: soms is het wat het is. Ik kon de wachtlijst voor Bas niet omzeilen, dit betekent voor hem dat hij moet wachten totdat er een plek binnen de maatschappelijke opvang vrijkomt. Het laatste ingrediënt dat van groot belang is, is dan ook acceptatie: hoe graag je ook wil, de dingen die je niet kunt veranderen moet je accepteren.

Het kunnen bieden van een luisterend oor is een belangrijke vaardigheid voor een Wmo consulent om cliënten door het proces heen te helpen. Ventilerende gesprekken voeren is een groot deel van het werk en er is een verschil tussen een cliënt aanhoren en echt de tijd nemen om naar iemands verhaal te luisteren. Ook al heb ik Bas niet concreet kunnen geven wat hij het hardst nodig had is hij heel blij geweest met mijn hulp en hij heeft dit ook meerdere keren naar mij uitgesproken.

Better than yesterday

Het moraal van bovenstaand verhaal is voor mij, dat de diverse ingrediënten iedere keer leiden tot een andere uitkomst. Soms bereik je je doel, en soms heb je het gevoel dat je alles geeft en toch geen steek vooruitkomt. Voor mij is het belangrijkste om te blijven leren van iedere ervaring. In de praktijk betekent dit veel vallen en ook weer opstaan.

Gelukkig biedt Joinuz voldoende kansen om te blijven groeien doordat zowel de professionals in het veld als het kantoorpersoneel bereid zijn om te sparren en mee te denken. Hierdoor haal ik ondanks tegenslagen en processen die niet altijd meewerken toch veel voldoening uit mijn werk. Ik hoop dat wanneer ik Bas ooit weer spreek, we beide kunnen zeggen dat heel veel babysteps bij elkaar leiden tot grote afstanden. Mijn persoonlijke streven is: better than yesterday, en ook als dit sommige dagen even niet lukt, durf ik erop te vertrouwen dat ik alle benodigde ingrediënten in huis heb om een goede Wmo consulent te zijn.